Kunstbureau ARTeria presenteerde van
15 februari t/m 12 april 2003 de expositie BRUINGRIJSBLAUW, samengesteld
door Fred Wagemans van Kunstruimte Wagemans uit Beetsterzwaag. De
expositie toonde bruine pasteltekeningen van Machteld van Buren
(1957), grijze foto’s van Kai Schiefer (1967) en blauwe inktjets
van Fred Ros (1958). Vanuit dit simpele gegeven ontplooide zich
een krachtige en heldere tentoonstelling in de interieuromgevingen
van Maupertuus.
|
Machteld
van Buren, pop, contéé krijt,o.i inkt op papier,
circa 100 bij 100 cm |
BRUIN
Machteld van Buren rondde de Rijksakademie in Amsterdam af in 1989.
Zij geniet bekendheid door haar grote ‘Lassie’- en ‘Kangeroo’
krijttekeningen. Deze bevinden zich in de collecties van het Stedelijk
Museum, het Fries Museum en het Centraal Museum. Van rond 1993 dateert
een groep lettertekens in krijt, in klein formaat. Deze worden in
de tentoonstelling gecombineerd met een drietal ‘Poppen’;
blinde bolle figuren die in de ruimte zweven. Deze forse tekeningen
zijn recent, maar grijpen terug op een thema van 1991. De techniek
die ze daarbij toepast is pastelkrijt over inkt.
GRIJS
Kai Schiefer verliet de afdeling fotografie van de Rietveldacademie
in Amsterdam in 2000. Hij woont en werkt nu in zijn geboortestad
Düsseldorf (D). Schiefer maakt opnames, in dit geval in Berlijn,
en selecteert pas later de precieze uitsnede. Zijn opnames zijn
analoog, de selectie en verwerking digitaal. In de tentoonstelling
worden digitale prints, in kleur, van zwart-wit opnames getoond.
Zijn werk kenmerkt zich door een doorgezette techniek die vervreemdt
van het onderwerp.
BLAUW
Fred Ros beëindigde de afdeling grafiek/media van de Rijksakademie
in Amsterdam in 1998. Hij is een fotograaf van het licht. Rond 1990
vond hij dit in het Praag van Kafka, tien jaar later boven het Wad,
het jaar daarop op en om Antarctica. Ros is een kunstenaar met een
sterke mediaperformance getuige zijn voorpagina’s voor de
Volkskrant e.d. Ook zijn onderwerpen laten zich in termen van spektakel
beschrijven in tegenstelling tot het werk in deze tentoonstelling.
De ‘Waddenbollen’ uit 2000 en de nieuwe ‘Waterserie’
uit 2002 ervaart de kijker als een verstilling en een verwondering
over de lichtcondities binnen het beeld.
|